Het is alweer juni in een jaar waarin iedereen dacht, en misschien nog steeds denkt, dat de bouw stapjes voorwaarts maakt en zich lijkt te stabiliseren. Uit de markt hoor ik nog steeds wisselende geluiden. Als ik praat met collega leveranciers in de diverse disciplines dan hoor ik eigenlijk overal dezelfde geluiden. Geluiden die ook bij ons zichtbaar zijn. Het vertrouwen in ons als betrouwbare partner is er, maar de werken komen nog niet echt los in de aantallen die er gecalculeerd zijn. Op zich niets verontrustends, maar als organisatie ben je ingesteld op een constante orderintake, waar het nu hoge pieken zijn die afvlakken naar een normaal niveau.

Als je de markt verkent onder de verwerkers dan blijven bepaalde partijen het ontzettend druk hebben, is er een middensegment dat goed te werken heeft en is er een groep waar werk bij mag. Als je luistert naar het prijzenverhaal, dan hoor ik nog steeds dat dit niveau in het Limburgse deel van het land niet in verhouding staat met andere delen van het land.

We blijven als Brouwers Zink steeds vaker de vraag krijgen ‘’Heb je iemand die dit kan uitvoeren’’ of “heb je een handje hulp”. Als je doorvraagt en vraagt wanneer het zou moeten spelen, dan hoor je zonder blikken of blozen dat dit binnen een termijn van 2 dagen al is. Het wordt steeds moeilijker om in de vragen op korte termijn te voorzien,. Daar alle vakmensen ruimschoots voorzien zijn van werk. Kunnen we meedenken waarbij de doorloop wat verder ligt, dan hebben we in 8 van de 10 gevallen een passende oplossing klaar.

Ik vraag me dikwijls af waar we de komende jaren naartoe gaan. Het segment waarin wij ons begeven; dakdekkend en zinkverwerkend Nederland zal echt een inhaalslag moeten gaan maken in het opleiden van goed en vakbekwaam personeel. Onlangs bezocht ik een presentatie bij een collega-leverancier. Toen werd duidelijk dat we voor een keerpunt staan. De gemiddelde leeftijd van de dakdekker in Nederland bedraagt 46 jaar! Op zich een mooie leeftijd, waarmee je normaliter nog 20 jaren vooruit kunt, maar niet in onze branche. Door de jaren heen zijn de technieken, alsmede de voorschriften veranderd, ook arbo-technisch. Maar de huidige tak die het verwerkt heeft, heeft ook al een dusdanige “aanslag” gehad op het fysieke gestel. Hierdoor kiest men steeds vaker voor ommezwaai in hun werkloopbaan.

Een poosje geleden mocht ik een gastles verzorgen voor de opleiding bouw. Er werd mij gevraagd iets te vertellen over zink; wat je ermee kunt, waar het voor dient en hoe je dit verwerken moet. Toen ik mijn praatje aan het voorbereiden was, ging ik ervan uit dat ik een groep voor me kreeg die met de handjes wilden werken. Eenmaal begonnen aan de les, waarin ik 18 leerlingen mocht begroeten werd duidelijk dat slechts twee leerlingen in een uitvoerende en verwerkende functie wilden werken. De overige 16 wilden graag uitvoerder, calculatie of werkvoorbereider worden. Ik heb geprobeerd de leerlingen een beetje wegwijs te maken in bouwend Nederland, verteld dat de voertaal (zoals ik het steeds vaker tegenkom) niet altijd meer Nederlands is en dat de uitvoerende handjes van Nederlandse bodem steeds schaarser worden. Uiteindelijk monde de les uit in een positieve discussie. Men vond dat we “baas’’ in eigen bouwland moeten blijven en kennis niet van buitenaf moeten gaan halen.

Als je alles bij elkaar optelt dan komt het kantelpunt langzaam in zicht dat we problemen gaan krijgen in de verwerking als opleiden uitblijft. Opleiden kost geld, maar inhuren van buitenaf zal in de toekomst meer kosten dan “jong talent’’ wegwijs te maken in bouwend Nederland.

Ik hoop van ganser harte dat we dit allen gaan aanpakken, zodat we in de toekomst duurzaam kunnen blijven bouwen.

Bart Essers
Accountmanager Limburg

blog-bart-essers-brouwers-zink